Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij [14]scheldt de zee, en [15]maakt ze droog, en Hij verdroogt alle rivieren; [16]Basan en Karmel kwelen, ook [17]kweelt [18]de bloem van Libanon. 14. Dat is, bestraft. De profeet beschrijft de macht, die God heeft over de zee, rivieren en velden. Waarvan zie voorbeelden, Ex.14:22; 2 Kon.2:, Ps.66:6, en Ps.106:9, en Ps.107:, Jes.4, Luk.8:24. De zin is: die zulke grote dingen doen kan in de wateren en op de aarde, die kan ook wel, als het Hem belieft, het rijk der Assuriers veranderen. 15. Dat is, Hij kan ze droogmaken als het Hem belieft. 16. Zie van Basan Ps.22:13, en van Karmel 2 Kon.19:23. 17. Te weten, van zijnen toorn, of vanwege de grote en langwijlige droogte, weshalve de aarde geen vruchten kan voortbrengen. Verg. Joel 1:10,12. 18. Dat is, de bloemen die op den berg Libanon wassen.